Bossen kokos herinneren aan oude Genemuider industrie
Geplaatst op: 2 mei 2017
Vrijwilliger Harm Rietman aan het bossen maken. Tekst Erik Driessen Foto's Joke Veldman
Sinds vorige week hangen bij de Sas weer een aantal bossen kokos. Die verwijzen naar een roemruchte periode in de Genemuider tapijtindustrie. Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw groeide de productie van kokosmatten- en tapijt. In die tijd hingen overal bossen kokos te drogen. Momenteel maakt alleen Rinos nog matten van het materiaal dat uit India wordt aangeleverd.
“Loop maar mee…”, zegt bestuurslid Gerard Raben van het Tapijtmuseum in het voormalige onderkomen van Edel Tapijt. Veel vrijwilligers zijn daar dinsdag alweer in het touw. Ze leiden bezoekers rond of verrichten ander werk. Raben begint aan zijn wandeling na de vraag of kokos in tapijt hetzelfde kokos is dat zijn weg vindt naar pakweg Bounty of toetjes. Een lekenvraag waarop het Tapijtmuseum natuurlijk het antwoord heeft. “Dit is een kokosnoot…”, begint Raben een verdieping hoger aan zijn betoog. “Het binnenste wordt opgegeten en van de draden op de bast wordt uiteindelijk kokosgaren gemaakt.”
Dat is een traditionele industrie in India. Daar worden de draden gespind tot garens die wel tweehonderd meter lang kunnen zijn. Daarmee worden sinds jaar en dag bijzondere producten gemaakt en vanaf de jaren twintig arriveert het materiaal ook steeds vaker in Genemuiden. “Eerst maakten ze daar handmatig matten van en later steeds meer machinaal. Daaruit is een grote industrie in Genemuiden voortgekomen. De helft van de bevolking werkte op een gegeven moment in de kokos. Containers vol arriveerden wekelijks in Rotterdam en de Genemuider ondernemers haalden dat hier naar de fabrieken.”
Dat was in de periode dat de gezamenlijke fabrikanten Interkos oprichtten. Daar werden de kokosgarens geverfd, waarna ze als mat of tapijt de hele wereld over gingen. Met de opkomst van kamerbreed tapijt en andere vloeren nam het belang van kokos af. Bovendien waren er in Genemuiden steeds minder fabrikanten. Rinos kocht daarom later Interkos over. Het is nu nog de enige fabrikant in Genemuiden die kokos matten maakt. Die vinden hun weg naar heel Europa. Het bedrijf doneerde ook het materiaal voor de bossen die nu bij de Sas hangen.
Kokos werd later niet meer in bossen aangeleverd, maar op klossen. Vrijwilligers van het Tapijtmuseum moesten voor de expositie bij de Sas daarom het omgekeerde proces gebruiken. Ze maakten van de klossen bossen. Die wijzen toeristen nu op de bijzondere periode van de Genemuider tapijtindustrie. Wie daar mee over wil weten, kan uiteraard terecht in het Tapijtmuseum.





